De betrouwbaarheid van de Nederlandse vaarweginfrastructuur staat onder druk. Uit nieuw onderzoek van Koninklijke Binnenvaart Nederland blijkt dat bij meer dan de helft van de sluizen in 2024 de norm voor ongeplande stremmingen niet is gehaald. Vooral op de drukste vaarwegen lopen schippers steeds vaker vast.
KBN analyseerde de prestaties van 99 sluizen op basis van officiële gegevens van Rijkswaterstaat. Daarbij is ingezoomd op de veertig meest gebruikte sluizen, goed voor 92 procent van alle passages door binnenvaartschepen. Slechts zeven van deze sluizen bleven het hele jaar storingsvrij. Bij ruim een derde lag het aantal ongeplande stremmingen ver boven de afgesproken norm van 0,2% van de bedientijd.
Een opvallende uitschieter is het Oranjesluizencomplex bij Amsterdam. In 2024 werd de norm hier meer dan veertig keer overschreden. Door langdurige uitval konden schepen wekenlang geen gebruikmaken van deze cruciale schakel in het hoofdvaarwegennet.
Structureel probleem
De uitkomsten passen in een breder beeld. De landelijke norm voor ongeplande stremmingen wordt al sinds 2017 niet gehaald. Tegelijkertijd groeit het achterstallige onderhoud aan vaarweginfrastructuur. In korte tijd nam dit met honderden miljoenen euro’s toe. Volgens de Algemene Rekenkamer is tot 2038 ruim tien miljard euro extra nodig om het hoofdvaarwegennet op niveau te houden.
Oproep van KBN
Volgens KBN ondermijnt de afnemende betrouwbaarheid het vertrouwen in de binnenvaart als logistieke partner. Stremmingen leiden tot vertragingen, omvaarroutes en extra kosten voor schippers en verladers. KBN roept de politiek daarom op om structureel meer te investeren in onderhoud en om te werken met een bindende prioriteitenlijst voor kritieke sluizen.
Klik op de afbeelding om de interactieve kaart te openen:
