Standpunt IWT Platform
Tijdens de bijeenkomst van de werkgroep CESNI/PT heeft het IWT Platform het volgende standpunt ingenomen: We bedanken de tijdelijke werkgroep CESNI/PT/FC heel hartelijk voor de vele werkzaamheden. Er is hard gewerkt aan het herstructureren van hoofdstuk 30 ES-TRIN, zodat dit hoofdstuk bruikbaar is voor verschillende brandstoffen. Tevens zijn nieuwe voorschriften ontwikkeld voor brandstofcellen. De binnenvaart staat aan het begin van een belangrijke transitie wat betreft de voortstuwing van de schepen. Er is een toenemende behoefte aan duidelijkheid en regelgeving die innovatie en de noodzakelijke transitie faciliteert. Tegelijkertijd moet er voldoende ruimte zijn voor ontwikkelingen. Binnenvaartondernemers die willen investeren in nieuwe technologieën en duurzaamheid moeten dan gefaciliteerd worden. Vanwege de gewenste duidelijkheid begrijpen we dat er de wens is om deze nieuwe regelgeving op te nemen in ES-TRIN 2023, en daarmee van kracht te laten zijn per 1 januari 2024. Wel zijn we ons ervan bewust dat er nog zeer weinig praktijkervaring is. Niet uit te sluiten is dat de regelgeving in de praktijk minder werkbaar blijkt te zijn. Daarnaast ontvingen we naar aanleiding van onze consultatie bij onze commissies eerder dit jaar best grote vragen. Dit duidt op onzekerheid en zelfs enige weerstand. We zijn ons er van bewust dat het IWT Platform betrokken was bij de werkzaamheden in de tijdelijke werkgroep CESNI/PT/FC, met de gewaardeerde bijdrage van mevrouw Dahlke. Desalniettemin kunnen we de vragen en reacties van onze leden niet negeren. Immers gaat het wel om belangrijke nieuwe regelgeving. Mogelijk dat de vragen naar aanleiding van onze consultatie door de experts in de werkgroep CESNI/PT/FC eenvoudig zijn te beantwoorden. We stellen dit bijzonder op prijs. Daarmee zou een stuk onduidelijkheid en onzekerheid kunnen worden weggenomen. We denken dat een FAQ document behulpzaam kan zijn. Het IWT Platform vraagt nadrukkelijk om een duidelijke toezegging om deze conceptregelgeving zo frequent als nodig is te evalueren en opgedane kennis te benutten voor verbetering van de regelgeving. We begrijpen dat veiligheid voorop staat. Maar let op: te rigide regelgeving kan innovatie belemmeren. We benadrukken dat er veel ruimte moet zijn voor proefprojecten. De evaluatie van bestaande en nieuwe regelgeving kan versterkt worden door de ervaring met dat soort projecten De regelgeving biedt hiervoor ruimte (artikel 2.20 van het ROSR en artikel 25 van de Richtlijn (EU) 2016/1629). De huidige procedure, zeker de Europese route, vergt meerdere jaren totdat er een definitief besluit genomen is. De ervaring van de afgelopen jaren heeft aangetoond dat de scheepseigenaren daarom terughoudend zijn om te investeren in innovatieve technologieën. De hele cirkel van toeleveringsbedrijven – waar toch voornamelijk de R&D plaatsvindt - is eveneens zeer gebaat bij snelle procedures. Zoals reeds is bepleit bij de evaluatie van de Richtlijn (EU) 2016/1629 is een vereenvoudiging of zelfs volledige herziening van de procedures voor het verlenen van ontheffingen of de erkenning van de gelijkwaardigheid van technische oplossingen (Art. 25) van groot belang. Nogmaals samengevat, het IWT Platform pleit voor:
- De noodzaak van deugdelijke beantwoording van gestelde vragen,
- Suggestie om een FAQ op te stellen,
- En een toezegging van evaluatie van deze regelgeving en aanpassing indien nodig.
|