14 februari 2020 - CBRB speciale nieuwsbrief

Het CBRB is de toonaangevende werkgeversorganisatie voor alle sectoren in de binnenvaart en vervult een strategische rol.
Namens EBU/ESO heeft het CBRB acte de présence gegeven in de 36e vergadering van het ADN Safety Committee, van 27 t/m 31 januari 2020, bij het UNECE in het Paleis van de Verenigde Naties te Genève

In deze speciale ADN Safety Committee - gevaarlijke stoffen nieuwsbrief een terugkoppeling van enkele besproken onderwerpen tijdens deze vergadering:
  1. Verslag van de WG Membraantanks
  2. Verslag van de WG Ontgassen
  3. Leesbaarheid van het ADN
  4. Verslag van de WG Loading on top
  5. Voorstel EBU/ESO niet te meten stoffen
  6. Grote ladingtanks- alternatieve constructie ADN 9.3.4
  7. Monstername aansluiting
  8. Bilgewater UN3082
  9. Overgangsbepalingen autonome beveiligingssystemen
  10. Explosieveiligheid en werkzaamheden aan boord
Het volledige en officiële verslag van het UNECE zal zodra deze beschikbaar is, worden gedeeld. Onderaan deze special treft u de link naar het uitgebreide verslag van EBU/ESO, waarbij per besproken document een beknopte weergave is geplaatst.

De rol van EBU/ESO in Genève

Het doel van internationale branchevertegenwoordigers is na het afstemmen met de leden op nationaal en internationaal niveau en na afstemming met de nationale overheden, om zo goed mogelijk ‘gewapend’ op pad te gaan naar Genève. Hierbij worden in de vergadering door ons zienswijzen gegeven op ingediende documenten, impact ingeschat en gereageerd op voorstellen. In een aantal gevallen mist de schakel naar de praktijk. Daarnaast doen wij zelf voorstellen als er knelpunten ontstaan ten aanzien van de uitvoerbaarheid van het ADN en voorstellen om het ADN toegankelijker en duidelijker te maken voor de mensen aan boord.
 
Twitter - CBRBtweets
LinkedIn - CBRB
YouTube - CBRBnieuws
RSS - CBRBnieuws
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Website - CBRB
 

Verslag van de WG Membraantanks (WD2020-11)

Het verslag van de “Informele werkgroep membraantanks” is besproken. Het CBRB heeft, uit naam van EBU/ESO, de binnenvaart vertegenwoordigd in deze werkgroep, die op 1 en 2 oktober in Brussel voor de 5e keer bij elkaar is gekomen. Het doel van deze werkgroep was om membraantanks mogelijk te maken in het ADN door hiervoor nieuwe voorschriften te maken.

Na een lange discussie in Genève over details zijn de voorstellen van deze werkgroep in dit document uiteindelijk aangenomen en zal er vanaf 2021 een nieuw tanktype in het ADN komen; de “G24”. Naar verwachting zullen er in 2021 en 2022 nieuwe schepen gebouwd gaan worden met dit type ladingtanks. Voor uitgebreide informatie over deze vergadering en de bijzonderheden van membraantanks, zie eerdere nieuwsbrief van het CBRB.

Naar boven

 

Verslag van de WG Ontgassen (INF.11)

EBU/ESO hebben in de augustussessie van 2019 document INF.33 ingediend vanwege de toenemende onrust en maatschappelijke druk die er bestaat rondom het ontgassen naar de atmosfeer. Vooropgesteld staat dat onze sector niet graag ontgast, alternatieve mogelijkheden toejuicht en in afwachting is van de implementatie van het CDNI-verdrag.

Hoewel het ADN geen definitie kent, zijn de sinds het ADN-2019 ook in 7.2.3.7.1.3 genoemde “dichtbevolkte gebieden” door een aantal partijen anders geïnterpreteerd dan oorspronkelijk bedoeld is geweest binnen de context van het ADN. Hierin zijn dichtbevolkte gebieden altijd gezien als “varende door grote steden” zoals Amsterdam, Rotterdam, Nijmegen, etc., waarbij het logisch is dat er op deze riviergedeelten niet ontgast wordt, om overlast te voorkomen.

Zoals vastgesteld in de augustussessie van het ADN Safety Committee is er met INF.36 mandaat opgesteld voor de Informele werkgroep ontgassen, om te onderzoeken óf het past om over een verbod van emissies te spreken dan wel het noemen van emissies als operationele handeling binnen het ADN.

De werkgroep ontgassen (het CBRB namens EBU/ESO maakt hier deel vanuit) is in november 2019 bij elkaar gekomen. Ook mensen van Belgische milieudepartementen waren aanwezig en brachten de EU een boodschap over de importantie van schone lucht. De vergadering werd afgerond met de conclusie om voor te stellen om voor de in 7.2.3.7.1.3 (niet-giftige stoffen) “dichtbevolkte gebieden” te vervangen door “woongebieden”, zoals benoemd in 7.x.5.4, de reeds in het ADN bekende teksten rond de afstanden om ligplaats te mogen nemen.

De Belgische delegatie presenteerde het verslag in Genève. De meningen waren binnen het ADN Safety Committee verdeeld, de conclusies van de werkgroep en het voorstel werden niet unaniem omarmd. Er is besloten deze werkgroep opnieuw bij elkaar te laten komen om het onderwerp te bespreken. De landen die bij de eerdere bespreking niet aanwezig waren worden hiervoor ook uitgenodigd.

Naar boven

 

Leesbaarheid van het ADN

EBU/ESO zetten zwaar in op een goede leesbaarheid en duidelijkheid van het verdrag, ter voorkoming van verwarring en onnodige discussie. Wetgeving moet helder zijn. EBU/ESO heeft in de augustussessie van 2019 voorgesteld om de moeilijk leesbare tekst rond “toegestane hoeveelheden” voor de droge lading (ADN 7.1.4.1.) in tabelvorm op te stellen, ter verbetering van de leesbaarheid. Hetzelfde is eerder al gedaan voor de van  het ADN “vrijgestelde hoeveelheden” van ADN 1.1.3.6, dat al eerder werd  aangenomen voor het ADN-2021.
 

Het voorstel van de branches rond de vereenvoudiging van ADN 7.1.4.1 werd in augustus in eerste instantie nog niet aangenomen, aangezien er van verschillende delegaties vragen kwamen over de betekenis van “onbeperkt”,  dat zou moeten worden gelezen als 1.100.000. kg (de arbitraire 1100 ton). Er was wel draagvlak voor ons voorstel en er werd gevraagd het voorstel nader uit te werken om het aangepaste voorstel in de januarizitting opnieuw in te dienen.
 
In de vorm van WD2020-13 is ons voorstel opnieuw ingediend. Echter middels INF.18 heeft het secretariaat zoveel vragen gesteld en bleek tijdens de bespreking dat dit document nog niet rijp te zijn om te kunnen worden aangenomen. Zolang er vragen zijn, betekent dit dat het voorschrift nog niet 100% helder is, dat de noodzaak tot het aanpakken van dit artikel op zich nog maar eens een keer bevestigt. Om geen tijd te verliezen zijn op initiatief van EBU in de pauze de Nederlandse delegatie, het secretariaat en de vertegenwoordigers van de EBU bij elkaar gaan zitten en hebben ter plekke een hernieuwd voorstel ingediend in de vorm van INF.27. Hierbij is de volgorde in het artikel gewijzigd waardoor de leesbaarheid van het gehele artikel is vergroot. Uiteindelijk is het voorstel met onze tabel aangenomen, met dank aan het secretariaat van het UNECE en de NL-delegatie!

Naar boven

 

Verslag van de WG Loading on top (INF.5)

In december 2019 heeft de informele werkgroep “loading on top” vergaderd. In deze vergadering zijn realistische voorbeelden van ladingen die bij elkaar worden geladen in dezelfde ladingtanks aangedragen door de verladende en varende industrie.Vanwege het EU-Renewable Energy Directive (RED) waarbij biocomponenten worden toegevoegd aan brandstoffen ten behoeve van emissies wordt de noodzaak onderstreept het “loading on top” te reguleren.

In het verslag van deze werkgroep zijn een aantal voorbeelden gegeven, één voorbeeld waarbij een in Nederland met gasolie op waterstand geladen schip in Duitsland gasolie gaat bijladen bij een ineens sterk wassende rivier, het sterkste voorbeeld bleek.
 
Het verslag werd door de NL-delegatie gepresenteerd. Tijdens de discussie werd door enkele lidstaten opnieuw gehamerd op het vraagstuk of het ADN wel het juiste gremium is om “loading on top” te reguleren. Deze vraag komt telkens terug. Ondanks het feit dat is aangegeven dat men zich dergelijke vragen niet kan afvragen, omdat men zich dan ook kan afvragen waarom er überhaupt schepen met gevaarlijke stoffen gaan varen, wordt de werkgroep toch met deze boodschap opnieuw naar de tekentafel verwezen.
 
EBU/ESO zijn al vanaf het begin betrokken bij dit onderwerp en zijn er van overtuigd dat mits er goede voorschriften zijn, “loading on top” op een veilige manier plaats kan vinden en wij hiermee onze opdrachtgevers kunnen faciliteren. Om deze reden wordt door de sector al vanaf het begin actief deelgenomen aan deze werkgroep.

Naar boven

 

Voorstel EBU/ESO niet te meten stoffen (INF.14)

Dit dossier gaat verder n.a.v. INF.2 dat in de augustussessie is besproken, waarbij na het spoelen van ladingtanks de blauwe kegel(s) zijn weggenomen en de stof niet gemeten kon worden met de toximeter. Na een eerste inventarisatie van een aantal deelnemers van de Commissie gevaarlijke stoffen van CBRB/Koninklijke BLN-Schuttevaer, heeft EBU/ESO dit document ingediend.

Er is vastgesteld dat met de reguliere toximeters, praktisch aan boord diverse stoffen niet gemeten kunnen worden. Dit probleem tekent zich af voor zowel de drogeladingvaart als voor de tankvaart. Het doel van het voorstel was om mandaat te krijgen bij de informele werkgroep stoffen, om hier het probleem internationaal uit te werken en tot een (alternatieve) oplossing te kunnen komen. Omdat we als sector niet aan de wetgeving kunnen voldoen en dus een direct probleem hebben, wilden wij graag dit document besproken hebben. Ondanks een verzoek ter plekke is door tijdgebrek is het document helaas niet meer besproken geweest in deze vergadering. Een schrale troost is dat de werkgroep stoffen dit jaar überhaupt niet bij elkaar komt en we dus voor de augustuszitting tijd genoeg hebben om dit onderwerp alsnog bij de werkgroep stoffen onder te brengen. Inmiddels is het document al opnieuw ingediend als working document voor de augustussessie en zal hiermee in de 4 ADN talen Frans, Engels, Duits en Russisch beschikbaar worden gemaakt.

Naar boven

 

Grote ladingtanks - alternatieve constructie ADN 9.3.4 (INF.10)

Dit document is ingediend door de Klassebureaus. Er is vastgesteld dat er noodzaak is om de alternatieve constructies van ADN 9.3.4 te actualiseren. Dit, o.a. vanwege het feit dat de impactenergie is toegenomen door de schaalvergroting van schepen en daarbij behorende toegenomen tonnage sinds de berekeningen in de jaren ’90.  

TNO was destijds ook betrokken bij deze wijzigingen (toepassing van de “Scheldehuid”, etc.) en heeft een presentatie gegeven over de manier van berekenen. De Klasse vraagt om hier een werkgroep voor te mogen aanstellen. In INF.10 worden landen gevraagd naar deelname aan een informele werkgroep.

Uiteindelijk wordt geconcludeerd dat er momenteel geen zwaarwegende reden is om de voorschriften direct te wijzigen. Er wordt vastgesteld dat dit project geen ADN werkgroep zou moeten zijn, de Klasse wordt gevraagd zelf deze werkgroep op zich te nemen en terug te koppelen aan het ADN Safety Committee.
Botsproeven in de jaren ‘90 op het Hollands Diep met de “Scheldehuid”alternatieve constructie. Klik hier voor het filmpje met botsproeven Scheldehuid in de jaren '90

Naar boven

 

Monstername aansluiting (WD2020.2)

Duitsland en Oostenrijk stellen voor, op basis van een eerder door hen ingediend document, om de typegoedkeuring voor monstername-inrichtingen te schrappen uit het ADN en de beoordeling aan de Klasse over te laten. Dit, omdat er nooit typegoedkeuring is/wordt afgegeven door de bevoegde autoriteiten.

In het document wordt voorgesteld om de tekst in 9.3.x.21.1 te wijzigen zodat geborgd is dat het monsternamepunt geschikt is tegen de druk die in de ladingtank kan voorkomen. Echter er zijn ook schepen met een aansluiting aan de losleidingen, dus zou het monsternamepunt ook geschikt moeten zijn om de hogere drukken die in deze persleiding ontstaan te kunnen weerstaan. EBU/ESO heeft hiervoor INF.15 ingediend, met het idee het oorspronkelijke voorstel aan te vullen, hetgeen door de schrijvers in eerste instantie niet direct begrepen werd. Uiteindelijk aangenomen na de nodige tekst en uitleg met de aanvullingen INF.29 van EBU/ESO. Hiermee wordt ook maar weer eens bevestigd hoe belangrijk het is dat er mensen met kennis van de praktijk op de vergaderingen aanwezig zijn.

Naar boven

 

Bilgewater UN 3082 (WD2020.7)

Dampretour bij inzamelen
Duitsland pakt in het document onder ‘d’ het openstaande punt op van de werkgroep stoffen rond het afvoeren van gassen bij het overnemen van slugde, UN 3082 Milieugevaarlijke vloeistof NEG, (bilgewater, bevat sludge). EBU/ESO hebben in de voorgaande vergaderingen meermalen aangegeven dat het onmogelijk is om bij de inname van bilgewater uit zeeschepen naar de machinekamer van het zeeschip ‘te dampretouren’.

Duitsland stelt daarom voor om bij deze positie in Tabel C een voetnoot "45" toe te voegen in kolom 20 van Tabel C en daarnaast (onder ‘e’) om concreet de tekst voor ADN 7.2.4.25.5 aan te passen. Hierbij hebben we aangegeven dat het niet handig is om dit generieke voorschrift over dampretour te gaan wijzigen en een uitzondering voor inzamelschepen wenselijker is. De havenbedrijven hanteren 7.2.4.25.5 immers ook voor dampretour bij boord-boord beladingen en dat willen we graag zo houden. In de vergadering hebben we aangeven dat alleen voor deze specifieke stof een voetnoot prima is, maar beter 7.2.4.25.5 ongewijzigd kan worden laten. Klik hier voor de uiteindelijke wijziging van voetnoot 45.
 
Pompen of zuigen?
Ten opzichte van punt 15/ADN 7.2.4.1.1 "The reception of unpackaged liquid oily and greasy wastes resulting from the operation of vessels may only be effected by suction" zijn we Duitsland bijgevallen. Duitsland geeft terecht aan dat dit in de meeste gevallen niet mogelijk is om vanaf de inzamellichter te zuigen en het onhandig is om hiervoor iedere keer een ontheffing moeten af te laten geven door de bevoegde autoriteiten.

EBU/ESO hebben aangegeven dat er een onterechte angst is ten aanzien van de risico’s als klapslangen, overlopers, overvulbeveiliging, etc. De overvulbeveiliging is immers bij geen enkele boord-boord operatie aangesloten maar werkt uiteraard wel aan boord van het inzamelschip, ook zonder aansluiting aan ‘derden’. De pomp waarmee het zeeschip in de inzamellichter pompt is van onvergelijkbare mate kleiner qua capaciteit in debiet en druk dan de lospompen. Ook worden de slangen gekeurd, net als andere laad-en losslangen.
 
We hebben stilgestaan bij het maken van afspraken; een veilige overslag moet zijn gegarandeerd. Het inzamelen van scheepsbedrijfsafvalstoffen is vrijgesteld van de ADN Controlelijst conform 8.6.3. Om document 2020/7 aangenomen te krijgen is in de pauze door de Nederlandse en Duitse delegatie en EBU/ESO gewerkt aan een aangepast voorstel, dat ter plekke is ingediend als INF.30. Dit aangepaste voorstel is door Duitsland gepresenteerd. Het voorstel om het zeeschip te kunnen laten pompen wordt aangenomen, waarbij met het volgende rekening moet worden gehouden.

We denken hiermee voor de inzamelaars een realistische en veilige oplossing te hebben gevonden, waarbij de mogelijkheid wordt open gehouden om zonder dampretour in te zamelen en in te zamelen waarbij het zeeschip pompt vanuit de machinekamer. Er zal wel door de uitvoerende partijen goed naar de risico’s gekeken moeten worden en enkele beheersmaatregelen moeten worden toegepast, waaronder een controlelijst.

Naar boven

 

Overgangsbepalingen autonome beveiligingssystemen (WD2020/12)

De Nederlandse delegatie heeft voorgesteld de overgangsbepalingen voor autonome beveiligingssystemen (over-en onderdrukventielen, vlamkerende roosters in ladingtanks, op restladingtanks kofferdamontluchtingen en ontspaninrichting) in ADN 1.6.7.2.2.2 terug te brengen van 31-12-2024 naar 31-12-2018.

Daarnaast is ter verduidelijking voorgesteld om Multilaterale overeenkomst 18  (ten aanzien van vlamkerende roosters, van toepassing tot 31-12-2021) daarna op te schorten aangezien dit een dubbeling heeft met de overgangsbepalingen. Deze “MO” is destijds in het leven gekomen door zwaar pleidooi van EBU/ESO en FuelsEurope, als noodoplossing om stoffen te kunnen blijven vervoeren in schepen die uitgerust zijn met IIB-3 vlamkerende roosters in de ladingtanks (zie CBRB nieuwsbrief februari 2017) . Hiermee werd voorkomen dat er op schepen grote aanpassingen uitgevoerd hadden moeten worden om dezelfde stoffen te mogen blijven vervoeren.

EBU/ESO heeft naar aanleiding van dit wijzigingsvoorstel 2020/12 aangegeven dat het lastig is om de impact hiervan voor onze leden goed in te schatten, en daarmee onze zorg uitgesproken, waarna een uitgebreide discussie ontstond. EBU/ESO heeft ook aangegeven dat de “MO” ook uitsluitend de vlamkerende roosters in de ladingtanks omschrijft en de overgangsbepalingen “alle autonome beveiligingsystemen” omvat (zoals hierboven opgesomd) en dus een veel breder pallet omvat.  Daarnaast zouden in de overgangsbepalingen 9.3.x.22.4.sub B ook meegenomen moeten worden omdat dit de vlamkerende roosters in de ladingtanks.

De Klassebureaus bevestigden dat zij de afgelopen periode t.b.v. het afgeven van de Scheepsstoffenlijsten de multilaterale overeenkomst hebben aangehouden, en niet de overgangsbepalingen, maar de tekst wel hebben meegenomen voor alle typen zelfstandige beveiligingssystemen en niet alleen voor de vlamkerende roosters van de ladingtanks. Daarmee is uiteindelijk onze grootste zorg weggenomen.

In het voorstel van de Nederlandse delegatie werd als termijn 31-12-2018 voorgesteld. Na een discussie over een datum in het verleden is uiteindelijk besloten dat de overgangsbepalingen in ADN 1.6.7.2.2.2 in de editie van het ADN-2021 als volgt zullen worden aangepast “bij vernieuwing van het Certificaat van Goedkeuring ná 31-12-2020”. De landen die de “MO” ondertekend hebben zijn gevraagd om deze terug te trekken per 1-1-2021.
1.6.7.2.2.2 Tabel van overgangsbepalingen voor tankschepen

Naar boven

 

Explosieveiligheid en werkzaamheden aan boord

EBU/ESO heeft aangekondigd n.a.v. INF.16 van de augustussessie eerst op nationaal niveau bezig te zijn met een werkgroep “Veilige werkzaamheden aan boord”, waarbij onafhankelijke ATEX-experts zijn betrokken. Dit betreft een realistischere benadering van ADN 8.3.5. “Werkzaamheden aan boord”.

Naar boven

 

Meer informatie?


Voor vragen kunt u contact opnemen met Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., secretaris Veiligheid en Gevaarlijke Stoffen.

Klik hier voor een uitgebreid overzicht van de documenten en uitkomsten tijdens de 36e vergadering van het ADN Safety Committee.
 
 
 
 
Twitter - CBRBtweets
LinkedIn - CBRB
YouTube - CBRBnieuws
RSS - CBRBnieuws
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Website - CBRB
 
Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart 
Vasteland 78 | 3011 BN  Rotterdam | tel:010-7989800
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. | www.cbrb.nl

Niets uit deze nieuwsbrief mag zonder overleg met het CBRB openbaar worden gemaakt.
U kunt hiervoor contact opnemen via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..

Uitschrijven uit de nieuwsbrief.
 Copyright © *|CURRENT_YEAR|*, Alle rechten voorbehouden.

CBRB medewerkers en leden handelen volgens de CBRB Complianceregeling Mededinging.
*|REWARDS|*