Op 7 mei jl. hebben het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB) en Koninklijke BLN-Schuttevaer (BLN) het ministerie van Economische Zaken en Klimaat in een brief gevraagd om een noodfonds voor de passagiersvaart, die zeer zwaar is getroffen door de coronacrisis. Helaas zijn de eerste faillissementen al te melden in deze sector en er zullen nog meer meldingen volgen.

Als gevolg van de getroffen maatregelen om de verspreiding van het COVID-19 virus te beperken ligt de passagiersvaart stil sinds 16 maart jl. De COVID-19 uitbraak kwam op het slechts denkbare moment voor de passagiersvaartsector, net na de start van het seizoen voor deze sector. Met de verwachte aanpak en de handhaving van een 1,5m samenleving heeft deze groep ondernemers niet of nauwelijks mogelijkheden tot het exploiteren van hun onderneming. En lijkt dit seizoen als verloren te kunnen worden beschouwd. De ondernemers uit de passagiersvaartsector maken dankbaar gebruik van de generieke maatregelen die geboden worden door de overheid. Deze maatregelen bieden ondersteuning bij de eerste noden maar zullen op de langere termijn helaas niet toereikend zijn.  

Omzetschade en faillissementen tegengaan met noodfonds
De binnenvaartbrancheorganisaties verzoeken de minister daarom om een noodfonds op te richten voor de passagiersvaart. Alleen zo kan de omzetschade opgevangen worden en voorkomen worden dat er dit jaar, maar vanwege het na-ijleffect ook het volgende jaar nog, vele ondernemers in een faillissement terecht zullen komen en mensen hun baan zullen verliezen. De eerste faillissementen in deze sector zijn al een feit. Kenmerkend voor de seizoen gerelateerde bedrijven uit de passagiersvaartsector is dat het overgrote deel van de omzet behaald wordt tijdens het vaarseizoen in de maanden maart tot en met oktober. Tijdens de wintermaanden investeert men in de vloot om deze gereed te maken voor het nieuwe vaarseizoen.
Alleen met een noodfonds kunnen deze ondernemers overleven, zich voorbereiden op het nieuwe vaarseizoen en kunnen schepen behouden blijven. Ook moeten de bestaande generieke maatregelen doorlopen, zolang de maatregel tot het 1,5m afstand houden blijft gelden. Het is niet of nauwelijks haalbaar om de schepen te exploiteren zolang de 1,5m afstandseis gehandhaafd wordt. Daarnaast moeten de bestaande maatregelen, zoals de NOW-regeling, beter bereikbaar worden gemaakt voor kleine ondernemers en seizoen gerelateerde ondernemingen.

Alleen in uitzonderingsgevallen willen banken bijspringen
In de brief aan de minister wordt ook toegelicht dat de kredietverlening van de banken voor veel ondernemers niet werkt. Banken lijken slechts in uitzonderingsgevallen te willen bijspringen. Sinds de vorige financiële crisis lijken veel banken de interesse in de passagiersvloot verloren te hebben (als een te marginale sector). Het ministerie zegt beperkt invloed uit te kunnen oefenen op banken die een eigen beoordelingsvrijheid hebben. De gebrekkige toegang tot krediet maakt een noodfonds noodzakelijk voor de zwaar getroffen passagiersvaart.

Belangenbehartiging passagiersvaart
Het CBRB en BLN behartigen ook de belangen van ondernemers die actief zijn in de dagpassagiersvaart, riviercruiserederijen en veerdiensten. Deze sector vertegenwoordigt een totale vloot van ruim 700 schepen. Naast het CBRB en BLN zijn ondernemers uit de passagiersvaartsector ook aangesloten bij brancheorganisaties zoals de BBZ, Koninklijke Horeca Nederland en Hiswa-Recron. Waar mogelijk zoekt het CBRB en BLN de samenwerking op en zetten zij zich samen in om de passagiersvaart te kunnen behouden.